Zelfs de man van Oprah kan me niet redden

Geplaatst op 7 december, 2015

Vorige week ging ik naar de ‘Make It Happen Day’ op de hogeschool. In een spontane bui had ik me ingeschreven voor deze dag en dat was vanwege twee redenen. Allereerst omdat de dag alle kenmerken zou gaan hebben van een Amerikaanse pep rally, een dag om de schoolspirit er eens flink in te rammen met cheerleaders en laten we eerlijk zijn: ik kan wel een yell of twee gebruiken. En ten tweede: de man van Oprah, Stedman Graham zou komen spreken. Nu weet ik niet hoe het met jullie zit, maar stiekem denk ik dat hoe minder stappen je van Oprah verwijderd bent, hoe beter je leven is.

In de rij voor het auditorium waar Stedman (ik mag Stedman zeggen. Of Stedje. Ome Sted. Zijn broer had trouwens een hit in de jaren negentig. Scatman. Sorry.) zou gaan voordragen, werd ik overvallen door ongemakkelijkheid. Ik moest plassen, maar ik stond al klem in de mensenmassa. Daarnaast herkende ik geen enkele andere student om het standaard ‘hee, jij al afgestudeerd? Nee, ik ook niet’-gesprekje mee te voeren. Eenmaal binnen liep ik langs rijen onbekenden. Tijdens de opening bleek waarom: deze ‘Make It Happen Day’ was meer bedoeld voor eerstejaarsstudenten die net hun eerste honderd dagen studeren erop hadden zitten.

Na de introductie door een alleraardigste zangeres die een Vodafone-spotje had verkregen (you go, girl!) kwam Stedman. Of toch niet? Ze waren met z’n drieën, het was #teamStedman in plaats van puur 100% #Stedman. De lezing begon met een Nederlandssprekende Italiaanse Amerikaan. Hij kwam af en toe richting publiek, waardoor ik mezelf steeds meer in mijn stoel drukte, want publieksparticipatie, brr. Toen mochten de studenten vragen stellen aan Stedman. Een voor een werden ze naar beneden geroepen door de N.I.A. en dan deden ze een guitig een-tweetje die ze van te voren hadden uitgedacht. Een jongen ging bijvoorbeeld een wedstrijdje tegen hem opdrukken. Het was een dolle boel, maar telkens na een antwoord van Stedman zei de N.I.A.: ‘Heeft dat jouw vraak beantwoord?’ en toen dacht ik ‘nee, want een onsamenhangend gewauwel’ en dan zei ze de student: ‘Ja, onwijs, tenkjoe so mats.’. Ikzelf werd niet naar beneden geroepen, maar een zevendejaarsstudent mocht wel en hij stelde min of meer mijn vraag:

‘Ik studeer en tegelijkertijd doe ik iets creatiefs waar ik geld mee verdien. Afstuderen lukt niet. Help?’ 

Stedman begon over je ‘purpose’ en hoe je alle invalshoeken van je persoonlijkheid aan je boompje ‘purpose’ moest hangen en dan positive en love en if you’re reading, then you’re winning. En ik kon alleen maar denken dat zelfs de man van Oprah me blijkbaar niet kon redden. De zevendejaars ging zelfs een beetje tegen Stedman in, omdat hij zijn boeken had gelezen en nog zat hij vast. Stedman werd hierdoor bijna pissig en toen kapte de N.I.A. het af. En gaf de zevendejaars het boek van de N.I.A., iets getiteld over een wake-up call, want dát kon de zevendejaars wel gebruiken, volgens de N.I.A.

Dat boeken-ding vond ik trouwens ook goor (en dit uit de mond van een auteur, my my…): je had dus de N.I.A., Stedman zelf en nog een man. Dit drietal had een flink stel boeken bij elkaar gepend en meegenomen. Elke student die een vraag stelde, kreeg er eentje mee. Tenzij je een tientje had, dan mocht je ze alle drie en weet je wat er met dat tientje gebeurde? Ging naar charity. Want N.I.A. vond charity superbelangraaik. Even if you work by the Albort Haain.

Beduusd verliet ik het auditorium en ging ik op zoek naar de zevendejaars om met hem te praten. Helaas kon ik hem niet meer vinden. Toen ging ik maar naar de wc. Daar vond ik ook niet de antwoorden, maar het luchtte wel op.