J’adore: Wie is de Mol

Geplaatst op 13 januari, 2016

Als ik iets belangrijk vind in het leven, dan is het Wie is de Mol wel. Voor mij begon mijn Mollotenschap rond seizoen 3 (Portugal): ik lag een dag ziek op de bank en stuitte op een herhaling van de aflevering waarin de overgebleven vier kandidaten (Ellen, John, Jantien en George) (dat ik deze namen zonder research eruitpoep, dient hopelijk als genoeg bewijs dat de obsessie diep gaat) allereerst een getallenreeks moesten doorgeven via diverse vervoersmiddelen, vervolgens die code gebruiken om een koffertje te openen dat zich temidden van een stierenvechtarena (inclusief stier) bevond. En dat was pas één opdracht! Ik was meteen hooked. Daarna haakte ik pas weer aan bij seizoen 5 (Australië/Indonesië), het eerste seizoen dat bekende Nederlanders meededen. Ik volgde het op de voet, registreerde mezelf bij het forum van Wie is de Mol en bekeek online oude seizoenen terug. Mijn Molgevoel bleek aan het eind van het seizoen ook nog eens te kloppen, wat dat specifieke jaar voor mij extra bijzonder maakte. Bij seizoen 8 (Mexico) ging ik de mist in en was overtuigd van de verkeerde Mol. Ik speelde op dat moment in de musical van mijn middelbare school en kreeg tijdens de voorstelling van mijn moeder een smsje dat mijn Mol zojuist de pot had gewonnen. Maar ik ben het meest dichtbij de Mol gekomen tijdens seizoen 13 (Zuid-Afrika). Voor de opnames van dit seizoen, tijdens de zomer van 2012, mocht ik namelijk mee. Het winnen van deze trip kwam door een wekelijkse internetquiz op de site van de Avro. Elke weekwinnaar kwam op een dag bijeen voor de grote finale en die won ik. Een paar maanden later stapte ik, samen met vriendin D., in het vliegtuig richting Johannesburg. (En hoe die reis was en wat ik daar allemaal heb gezien, lees je hier.)

Over de seizoenen valt te twisten, maar een ding staat als een paal boven water: Molloten zijn die-hard. Ze gaan naar de fandag (tegenwoordig heet dat de Mol Experience), ze letten tijdens de afleveringen op shirtjes, graffiti op de muren, positie van Mollogo’s op vreemde plekken, et cetera. Zeker nu wordt elke beweging van iedere kandidaat gescreenshot en kapot geanalyseerd en ik ben er gek op. De laatste aflevering heette Het laatste woord, letterlijk en dat bracht nogal wat teweeg. Ging het over Rémy die aan het eind van de aflevering het woord ‘molletje’ zei? Of was het cryptischer en ging het om Klaas van Kruistum, wiens voornaam je kunt maken van de laatste woorden van de oud-mollen die in het klooster rondspookte? Ik zet persoonlijk mijn geld meer in op het laatste, alhoewel ik graag verrast wil worden door het programma, dus waarom niet bijvoorbeeld Taeke Taekema? (Omdat er tot nu toe nog geen echte hints naar hem leiden en niet per se heel erg opvalt qua Mol, tot nu toe is hij nog gewoon een fanatieke kandidaat.)

Het programma manifesteert zich zodanig tot de kleine hoekjes van mijn brein dat ik vannacht droomde dat ik een brief ontving met de uitnodiging om mee te komen doen aan Wie is de Mol. Dit stukje mag trouwens gerust als open sollicitatie worden opgevat: ik wil niets liever. Ik begrijp, lieve Mol-makers, dat ik dan ietsje bekender moet worden en ik beloof jullie dat ik mijn absolute best doen. Zoals Patrick Stoof (seizoen 11, El Salvador/Nicaragua) eens zei: ‘De enige reden dat ik ooit bekend wilde worden, was zodat ik mee kon doen met Wie is de Mol’. Dat ik waarschijnlijk door mijn fanatisme en chaos in de eerste aflevering eruit zal vliegen, betekent wel mooi dat ik iets van mijn bucket list kan strepen.

J’adore: Shark Tank

Geplaatst op 24 juni, 2015

Als er een categorie voor rants bestaat op mijn blog, mag er ook best een categorie voor dingen die ik tof vind bestaan. Daarom: J’adore! Met deze keer: ‘Shark Tank’.

Het concept is gejat gebaseerd op het Britse ‘Dragon’s Den’: vijf rijke stinkerds zitten in Chesterfield-stoelen en ondernemers vanuit heel het land mogen aankloppen voor een zak geld, in ruil voor een percentage van het bedrijf.

Het Oh-my-God-gehalte, typisch Amerikaans, druipt er elke aflevering vanaf en dat is leuk en vreselijk tegelijk. Iedereen leeft de American Dream en bij elke update van een bedrijf waar eerder in geïnvesteerd is door een Shark worden er miljoenen omgezet. Voorbeeld: het product waar het allermeest mee werd verdiend, een sponsje met een smiley erin (de Scrub Daddy), is goed voor dertig miljoen dollar. Je zou bijna denken dat er in die bubbel niks leuks meer te beleven valt, maar het tegendeel is waar.

De relatie tussen de Sharks is zo goed dat je een reboot van Friends met deze zes wil. Allereerst is er Mark Cuban, wiens persoonlijkheid te vergelijken valt met het soort vriendelijke vader op het schoolplein die je een Sultana aanbiedt. Naast hem zit afwisselend Daymond John, een soort P. Diddy, maar dan met schoenen, of Barbara Corcoran (mijn lievelings), een vastgoedmagnaat met een hart van 18 karaat goud. In het midden de Henkjan Smits van het stel, Kevin O’Leary. Vervolgens Lori Greiner, een vriendelijke blondine met een home shopping-imperium, en afsluitend het menselijke equivalent van een labrador retriever puppy: Robert Herjavec.

De sharks zijn soms hard en onaardig, vooral Kevin heeft er een handje van om ondernemers met een slecht businessidee compleet de grond in te trappen, maar vaak genoeg wordt er empathisch gereageerd op een stay-at-home-mom met ‘just a fun idea for the kids’. De ideeën die uiteindelijk een deal weten te krijgen, worden gefinancierd uit eigen zak van de shark. En de ideeën zijn op z’n minst divers te noemen. Volledig biologisch afbreekbare pizzadozen, een aparte waszak om de teddybeer van je kinderen in te wassen en flesjes amandelwater hebben de revue al gepasseerd. Soms kregen ze een ton, soms wel zes: het ligt er allemaal maar net aan hoe goed de pitch of het product zelf is. (Laatst gaf een dertienjarig Aziatisch meisje een briljante pitch (het filmpje is bewerkt om op YouTube te mogen staan: zo snel praatte ze in de aflevering 1.5 keer minder, gok ik zo) over een soort massagestaaf in de vorm van een vraagteken. Ze ontving 25.000 dollar in ruil voor 25% van haar bedrijf.)

Mocht je niet in de sob stories of gladde praatjes over de American Dream geïnteresseerd zijn, is het toch nuttig om eens een aflevering mee te pakken. Je krijgt een kijkje in hoe ondernemen werkt, waar eventuele knelpunten zitten in een markt of hoe je de beste marketing kan uitvoeren. Voor een Nederlands idee is Shark Tank misschien onaantrekkelijk, omdat Nederlandstalige homeshopping (waar toch al gauw zo’n 90% van Lori’s gevangen ideeën naartoe gaan) niet echt een groots ding is, maar afgezien daarvan is het best inspirerend.

O ja en als je nog niet overtuigd bent, dan dit gifje (Robert Herjavec met de Lumio, een soort boekvormige lichtbak dat onder andere in het MOMA wordt verkocht).